Wanneer over de duurzaamheid van houtsoorten wordt gesproken moet men 2 betekenissen van elkaar onderscheiden: Ten eerste duurzaamheid in de zin van duurzaam geproduceerd hout. Ten tweede duurzaamheid in de zin van de levensduur van het hout. Een indicatie van deze levensduur is de duurzaamheidsklasse waarbinnen de houtsoort valt.
Het begrip duurzaamheidsklasse van houtsoorten wordt in het Houtvademecum omschreven als de aanduiding voor de resistentie van het kernhout
tegen ongunstige omstandigheden. Dit wordt gemeten door onbehandeld hout
van verschillende houtsoorten onder vastgelegde testomstandigheden in
contact te brengen met de grond en dan te registreren hoe lang het duurt
voor het hout aangetast wordt.
Men kent vijf duurzaamheidsklassen voor hout: duurzaamheidsklasse I betekent
dat het kernhout nog goed is na meer dan 25 jaar in contact met de grond, waarbij dat bij klasse 5 minder dan 5 jaar bedraagt.
klasse | levensduur hout | |
I | zeer duurzaam | 25 jaar en langer |
II | duurzaam | 15-25 jaar |
III | matig duurzaam | 10-15 jaar |
IV | weinig duurzaam | 5-10 jaar |
V | niet duurzaam | minder dan 5 jaar |
Duurzaamheidsklasse voor ons assortiment houtsoorten
Klasse | Loofhout | Naaldhout |
I | cloeziana | |
I/II | robinia | |
II | europees eikenhout, kastanjehout | |
II/III | amerikaans wit eiken | |
III | lariks | |
III/IV | douglas, grenen | |
IV | vurenhout | |
V |